Verhaal van de huisgenoten / Mirte en Henk

Het is voor ons ondoenlijk om voor te stellen hoe groot jullie verdriet moet zijn door het overlijden van Peter. De woorden die jullie tijdens de dienst spraken, hebben ons echt diep geraakt en we hebben ontzettend veel respect voor de kracht die jullie toonden om op zo’n moeilijk moment zo mooi te spreken. De liefde voor Peter en de dankbaarheid dat jullie hem in jullie leven gehad hebben, straalde er zogezegd van af en dat emotioneerde ons behoorlijk.

We kregen het vreselijke bericht van Peter’s overlijden op donderdag en hebben toen bijna letterlijk lamgeslagen bij elkaar gestaan in de winkel van Henk (de andere Henk dus). Eigenlijk vooral in ontkenning en ongeloof: “het kàn gewoon niet” was wat we maar zo’n beetje bleven herhalen tegen elkaar.

Want wat zullen we Peter missen. Met hem in huis klópte het gewoon. In de jaren dat ik zelf op deze prachtplek woon, is er nog nooit zo’n fijne eenheid van bewoners (én niet te vergeten bijbehorende winkeleigenaar) geweest. We liepen de deur niet bij elkaar plat, maar aan dat studentikoze aspect van bij elkaar in huis wonen, hadden we ook allemaal niet echt behoefte. Maar dat maakte het onderlinge contact (dat er zeker meer dan genoeg was) absoluut niet minder warm. Van een vriendschap was dan ook echt wel sprake. En de keren dat we met elkaar de kroeg in – of het terras op – doken, versterkte dat alleen maar. In de ruim twee jaar dat Peter hier gewoond heeft, hebben we hem dan ook redelijk goed leren kennen als een positieve, energieke, lieve, enthousiaste, soms een beetje brallerige 😉 maar ook gevoelige jongen. Hij was altijd zichzelf, open en eerlijk. Hij speelde geen rollen; hij was wie hij was, take it or leave it. And we took it met veel plezier!

 

Persoonlijk ben ik ook dankbaar dat ik hem heb mogen bijstaan in de wat donkere momenten dat hij hier in huis een aanval kreeg. Hij bleef zich daarna vaak verontschuldigen alsof hij mij tot last was geweest, maar ik heb dat geen énkele keer zo ervaren. Ik vond het juist fijn om er voor hem te kunnen zijn op die momenten en hem als het ware te “bewaken/beschermen” als hij een aanval moest doorstaan. Ik hoop dat ik hem daarmee in ieder geval een soort van veilig ‘back-up’ systeem heb kunnen bieden in de tijd dat hij hier was. De laatste keer dat hij hier een aanval had, een week voordat hij bij jullie in het ziekenhuis opgenomen werd, geloof ik, was het voor het eerst dat het zo heftig was dat ik – toen alles weer voorbij was en Peter weer bij kennis was- alsnog wel even met knikkende knieën heb gestaan van ‘verlate’ schrik. Ik heb hem toen ook gezegd dat ik het wel opvallend heftig vond die keer. Maar dat er ooit een moment zou komen dat een aanval hem fataal zou worden, had ik zelfs toen niet, maar überhaupt nooit en te nimmer, kunnen bedenken. Hij zelf denk ik ook niet, niemand denk ik en gelukkig ook eigenlijk maar. Maar dat het nu toch gebeurd is blijft onwerkelijk. En bovenal oneerlijk!

Iemand met zoveel levenslust en zoveel energie verdient het om tot op hoge leeftijd van het leven te genieten. Dat dat niet zo heeft mogen zijn, doet ons hier aan de Zadelstraat pijn en verdriet. We zullen hem echt nooit en te nimmer vergeten, neem dat van ons aan.

 

Huisgenoten: Mirte Cramer en Henk van Hussel